Uw vragen - Onze antwoorden

De mofschaal en het bijbehorende aftakblok zijn op grond van de constructie geschikt voor een doorlopende hoofdkabel en een aftakkabel.

In principe is deze toepassing mogelijk. U dient echter wel op voldoende gelverdringing te letten. Dit betekent dat beide geloppervlakken rond het kabeleinde moeten sluiten om een afdichting tegen vocht te waarborgen.

De EASYCELL verbindingen kunnen worden gemonteerd in een bereik van -10°C tot +60°C. Net als bij alle andere moffen moet u er ook hierbij op letten dat er in er het gehele gedeelte van de mof geen vocht aanwezig is. Dit geldt ook voor sneeuw en ijs.

Alle EASYCELL®-moffen worden getest conform de testnorm DIN EN 50393. Daarin wordt een drukwisseltest met 0,1 bar waterdruk geëist. Dit betekent dat de mof kan worden gebruik tot een waterdiepte van max. 1 meter. U dient daarvoor absoluut de aanwijzingen voor de montage in acht te nemen. Diepere toepassingen kunnen met de fabrikant worden afgesproken, maar moeten apart worden getest.

Ja, de EASYCELL 3V, 4V en 5V zijn te combineren met CU-aders en AL-aders, omdat ze een vertind verbindingsblok met tussenschot bevatten.

De gelmoffen uit de productfamilie EASYCELL® , EASY-PROTECT en EASY-PROTECT Inline zijn op grond van hun constructie slechts bestemd voor eenmalig gebruik.

Deze nieuwe technologie combineert een eenvoudige verwerking en ongelabeld materiaal met de mogelijkheid tot onbeperkte opslag. De elektrische eigenschappen na het uitharden zorgen voor een duurzame en betrouwbare kabelverbinding. Wij adviseren daarbij om een minimale afstand aan te houden bij de bekabeling tussen de klemmen/aders en wanden van de splitsdozen.

De aanbevolen verwerkingstemperatuur van POWER GEL ligt tussen +15 °C en +30 °C, de temperatuurbestendigheid daarentegen tussen -40 °C en +150 °C.

Afgeschermde insteekbare of schroefbare kabelaansluitingen met en zonder metalen behuizing zijn aanrakingsveilige, geaarde bedrijfsmiddelen wanneer deze op de juiste manier zijn geaard en geïnstalleerd en wanneer er tijdens het gebruik geen sprake is van storingen.

Omdat van buitenaf niet altijd kan worden gezien of er sprake is van storingen tijdens het gebruik raden wij over het algemeen aan om geen onder spanning staande kabelstekkerdelen aan te raken.

De vervuilingsgraad is niet van belang voor de afgeschermde stekkeraansluitingen van BBC Cellpack Electrical Products in tegenstelling tot niet afgeschermde stekkeraansluitingen. De volgende stekkers CTS, CWS, CTKS, CGS, CTS-S mogen in omgevingen met verschillende vervuilingsgraad worden gebruikt.

De testadapters zijn uitsluitend bestemd voor het gebruik in schroefbare afgeschermde T-vormige EPDM-kabelaansliuitingen van de types CTS en CTKS. Het gebruik van de schroefklemmen in kabelstekkeraansluitingen van andere fabrikanten is niet toegestaan.

De nominale spanning van een kabel is de spanning waarvoor de kabel geconstrueerd is waarbij de gebruikseigenschappen en keuringseisen in aanmerking worden genomen.

In overeenstemming met DIN VDE 0298-3 wordt de nominale spanning door de verhouding van twee waarden U _o /U in Volt uitgedrukt; hierbij is:

U _o – de effectieve waarde van de spanning tussen een buitengeleider en de aarde (metalen omhulsel / afscherming van de kabel), spanning tussen geleider en aarde.

U – de effectieve waarde tussen twee buitengeleiders van een meeraderige kabel of van een systeem van eenaderige kabels, spanning tussen geleider en geleider. In een wisselspanningsysteem moet de nominale spanning van een kabel ten minste overeenkomen met de waarde voor U _o en U van het systeem.

Daarnaast wordt in de IEC-bepalingen daarnaast de maximaal toegestane spanning Um (maximale spanning) tussen haakjes weergegeven U _o /U (U _m ). Producten van BBC Cellpack worden in de aanduiding met de maximaal toegestane spanning U _m aangegeven.

Referentie:
1.    Voor het installeren van spanningssensoren wordt de volgende set, art.-nr. 391083, extra besteld.

2.    Installatie diepte is de lengte tussen de bus en de deur van het schakelstation. Als de totale lengte van de kabelstekker met geïnstalleerde conische spanningssensor langer is dan de toegestane installatie diepte, hetgeen afhankelijk is van het schakelstation, dan kan de deur van het schakelstation niet worden gesloten.

Geleidende buitenlaag van het lichaam van EPDM absorbeert UV-straling, op grond van deze materiaaleigenschap is er geen beschadiging van de diepere lagen door UV-blootstelling te verwachten. Kabelstekker vervaardigd van EPDM is toegestaan voor gebruik in de buitenlucht.

Ja, eindsluitingen CHE/CAE kunnen met de aderklasse 5 & 6 volgens de doorsnedebereiken in het specificatieblad worden toegepast. Er dienen passende kabelschoenen te worden gebruikt, die geschikt zijn voor deze aderklasse. CHESK/CAESK eindsluitingen onderscheiden zich van CHE/CAE door de schroefkabelschoen in het bouwpakket. Een toepassing op aderklasse 5 & 6 is niet mogelijk.

Ja, moffen kunnen met de aderklasse 5 & 6 volgens de doorsnedebereiken in het specificatieblad worden toegepast. Er dienen passende persverbinders te worden gebruikt, die geschikt zijn voor deze aderklasse. CHM moffen onderscheiden zich van CHMSV door de schroefconnector met montagekit, een toepassing op aderklasse 5 & 6 is hier niet mogelijk.

Ja, BCC Cellpack kabelgarnituren kunnen met de kabel met (H)EPR isolatie worden gebruikt, maar de maximaal toegestane temperatuur op de ader bij storingsvrije toepassing mag niet meer bedragen dan 90 °C (volgens HD 620, IEC 60502-2).

U moet erop letten dat de kabeldiameter en de minimale diameter boven de isolatie in het aangegeven gedeelte van het garnituur liggen. Het tegenovergestelde is niet mogelijk. Meestal zijn in de aanwezige en bijgevoegde documentatie de systeemspanningen vermeld die moeten worden gebruikt.

Warmkrimpcomponenten zijn componenten die bij de toevoer van warmte op hun oorspronkelijke productietoestand terugkrimpen, zoals bijv.: verdeelkappen, eindkappen, slangen of manchetten. Een heteluchtventilator kan worden gebruikt om te krimpen. Er wordt echter minder warmte aangevoerd in vergelijking met een gasbrander. Daardoor duurt het krimpen langer. De instellingen en het mondstuk dienen afhankelijk van de gebruikte heteluchtföhn te worden gekozen. Er dient op te worden gelet dat er geen verbrandingen op de oppervlakte van de krimpkous ontstaan.

Als er sprake is van een kous met smeltlijm (SRH...), dan ontwijkt de lijm langzaam aan beide kanten. Belangrijke indicaties voor een correcte krimp zijn gelijkmatige wanddikten en een rechte belettering.

De beslissing of een kabelmantel kan worden gerepareerd ligt bij de verantwoordelijke in het netwerk. Dit is afhankelijk van de schade en van de eigenschappen, waaraan de kabelmantel voldoet. Een kabel mag over het algemeen slechts dan met een manchet worden gerepareerd, wanneer de beschadiging uitsluitend betrekking heeft op de buitenmantel van de kabel. Als er een extra beschadiging van de aderisolatie wordt geconstateerd, is een reparatie met een manchet niet toegestaan. De kabel moet dan als volledig systeem worden gerepareerd, ofwel met extra isoleer- en afdichtcomponenten boven de beschadigde adres(s) of eventueel door het installeren van een verbindingsmof boven het beschadigde kabelstuk.

Mocht de keuze voor een reparatie door middel van een krimpmanchet luiden, dan dient de manchet aan de hand van de in de catalogus vermelde waarden te worden geselecteerd. Bij de keuze van de juiste manchet is niet de bedrijfsspanning van de kabel doorslaggevend. De functie van manchetten zijn hieronder beschreven - herstel van de kabelbuitenmantel in zijn drie functies isolatie, bescherming tegen vocht en mechanische bescherming.

De SRAT warmkrimpslang is als aderisolatiebuis bij eindsluitingen en als bescherming tegen corrosie te gebruiken. Hij mag niet ter bescherming van busbars en voor verkorten van afstanden van deze busbars worden gebruikt. Deze functie is niet getest en kan zodoende niet worden gegarandeerd. De passende oplossing voor deze toepassing is de SRBB slang.

De schroefkabelschoenen uit de stekkerfamilie zijn niet geschikt voor deze toepassing. Dit type kabel is zeer speciaal en vergt een diepergaand onderzoek wat betreft de geschiktheid.

Het gebruik is mogelijk volgens de compatibiliteitstabel. Het doorsnedebereik wijkt af van de actuele standaardproducten.

Overzicht downloaden

De contactbout kan met een lange opsteekdop worden verwijderd, hetgeen een hergebruik mogelijk maakt. Het gebruik van een extra set is aan te bevelen, omdat enerzijds de oppervlakken moeten worden gereinigd en anderzijds het glijmiddel GM1 in ieder geval opnieuw moet worden gebruikt. Ook dient er te worden gelet op een dienovereenkomstige ontluchting tijdens de montage en op de uitvoering en de afsluitinzet. Het noodzakelijke aandraaimoment is op aanvraag beschikbaar.

Het aantrekmoment ligt bij 30Nm.

In Cellpack slangen SR(H), SRAT, SRBB komt geen chloor (ook geen andere halogeenhoudende materialen), zwavel en geen zware metalen voor, of stoffen die schadelijk voor de gezondheid zijn. Een dienovereenkomstige RohS en Reach conformiteit bevestiging is beschikbaar voor de betreffende component.

De geleidende zwarte buitenste laag van EPDM absorbeert de UV-straling, er ontstaat bij UV-blootstelling hooguit een oppervlakteveroudering aan de materiaalgrens met de buitenlucht. Op grond van dit UV-absorptiegedrag van het materiaal valt een beschadiging van dieper liggende lagen bij UV-blootstelling niet te verwachten. De EPDM  afdichtwikkel moet echter extra met UV-gestabiliseerde PVC isolatietape (nr. 328) worden omwikkeld.

Voor een eenvoudiger gebruik van de beide gereedschappen kan er een glijmiddel op de gewenste plaats resp. geleidende laag worden opgebracht. Hiervoor adviseren wij ons siliconenvet (art.-nr.: 124055). Glijmiddelresten dienen met een reinigingsdoek of een ander geschikt reinigingsmiddel, bijv.: Universal Cleaner 121 te worden verwijderd.

Het gebruik van productspecifieke glijmiddelen zoals GM1, GM2 of GM3 wordt afgeraden, omdat de bijgevoegde hoeveelheden op de montage van het betreffende product afgestemd zijn.

Ethyleen-propyleen-dien-kautschuk (EPDM) en silicone rubber (SIR) zijn beide goede isolerende materialen. En stekkeraansluitingen met beide isolaties hebben tests conform HD 629.1 succesvol doorstaan.

Vervuilingseffect is geen kwestie bij geschermde stekkeraansluitingen van BBC Cellpack Electrical Products in tegenstelling tot niet afgeschermde stekkeraansluitingen of krimpeindsluitingen. De volgende stekkeraansluitingen: CTS, CWS, CTKS, CGS, CTS-S kunnen worden gebruikt in omgevingen met verschillende verontreinigingsklassen.

Het aantrekmoment ligt bij 30Nm.

De berekende mogelijke spanning op het capacitieve meetpunt ligt tussen 0,08 ... 0,5 U _o , afhankelijk van de capaciteitsverhouding (geleider tot meetpunt en meetpunt tot aarde). In ieder geval, zelfs minimaal bij 6/10(12)kV , kunnen spanningen worden bereikt tot 500V.

Een open meetpunt is dus altijd levensgevaarlijk! Aangezien het meten een taak is van de systeembeheerder, heeft BBC Cellpack geen veiligheidsprocedure naast de normale veiligheidsprocedure voor het omgaan met elektrotechnische apparatuur.

Het moet duidelijk zijn dat de spanning op het meetpunt gevaarlijk is.

• Instructies met betrekking tot de montage: De gereedschappen mogen geen defecten vertonen, moeten vakkundig en volgens de bijgevoegde instructie worden geplaatst en correct en loodrecht ten opzichte van de breekbout worden aangezet.
• Er mag geen hefboomkracht op de breekbout inwerken. Er moeten passende gereedschapsinzetten (uit één stuk) worden gebruikt. De accu moet voldoende geladen zijn. De montage moet aan de hand van de montagehandleiding worden uitgevoerd. De verbindingen resp. kabelschoenen moeten voor de betreffende toepassing goedgekeurd zijn.

Instructies voor transport en bewaring:

Bewaringsomstandigheden
Temperatuurbereik
0°C... + 50°C                 
Relatief luchtvochtigheidsbereik
0°C... 50% RH

Kortstondige bewaringsomstandigheden (tot maximaal 120 minuten)
Temperatuurbereik
-40°C... + 50 °C           
Relatief luchtvochtigheidsbereik
0°C...70 % RH

Afwijkingen van deze omstandigheden tijdens de bewaring kunnen leiden tot beperkingen van de functionaliteit van afzonderlijke componenten en in bepaalde gevallen de montage moeilijk of onmogelijk maken. Een functiestoring van het product is dan niet uitgesloten. Zelfs een herhaaldelijke kortstondige overschrijding van de permanente bewaaromstandigheden kan leiden tot beperkingen op grond van de temperatuurafhankelijkheid van bepaalde componenten (vulmateriaal, veldsturingsmastiek).

Montage-instructies

Montage-instructies worden met elk product meegeleverd (maken deel uit van de kit). Temperatuurbereik voor de montage / installatie van deze producten: 0 to +40°C

3. Gebruik:

Gebruikstemperatuurbereik (altijd tevens afhankelijkvan de kabelcriteria):

Verbindingsmoffen (kunststof geïsoleerde kabels bijv. XLPE naar XLPE)
is hetzelfde als de maximale continue geleidertemperatuur van kabel bij 90 °C
Eindsluitingen (kunststof geïsoleerde kabels bijv. XLPE)
is hetzelfde als de maximale continue geleidertemperatuur van kabel bij 90 °C
Overgangsmoffen (papier naar kunststof geïsoleerde kabels)
is hetzelfde als de maximale continue geleidertemperatuur van kabel bij 60 °C
Overgangsmoffen (bijv. papier naar kunststof geïsoleerde kabels)
is hetzelfde als de maximale continue geleidertemperatuur van kabel bij 60 °C

Met de volgende voorwaarden moet rekening worden gehouden:

1. Instructies voor transport en bewaring:
Bewaringscondities
Temperatuurbereik
0…+50°C
Bereik van de relatieve luchtvochtigheid
0…50% RH

Kortstondige bewaringscondities (tot maximaal 120 minuten)
Temperatuurbereik
-40...+60°C
Bereik van de relatieve luchtvochtigheid
0…70% RH

Afwijkingen van deze omstandigheden bij de bewaring kunnen tot functionaliteitsbeperkingen van afzonderlijke componenten leiden en in voorkomende gevallen de montage bemoeilijken of onmogelijk maken. Een functiestoring aan het product is dan niet uitgesloten. Ook een herhaalde kortstondige overschrijding van de permanente bewaringscondities kan op grond van de temperatuurafhankelijkheid van bepaalde componenten (vulmateriaal, veldsturingskit) tot beperkingen leiden.

2. Instructies voor de montage:

Bij ieder product wordt een montagehandleiding meegeleverd (deze maakt deel uit van de kit). Temperatuurbereik voor de montage / installatie voor deze producten: 0 tot +40°C

3. Gebruik:

Bedrijfstemperatuurbereik:

Verbindingsmoffen (kunststof kabel bijv. XLPE op XLPE)
is gelijk aan de maximale permanente adertemperatuur van de kabel à 90 °C
Kabeleindsluitingen (kunststof kabel, bijv. XLPE)
is gelijk aan de maximale permanente adertemperatuur van de kabel à 90 °C
Overgangsmoffen (papier-op-kunststof-kabel)
is gelijk aan de maximale permanente adertemperatuur van de papier geïsoleerde kabel à 60 °C
Verbindingsmoffen (bijv. papier-op-papier-kabel)
is gelijk aan de maximale permanente adertemperatuur van de papier geïsoleerde kabel à 60 °C

BBC Cellpack Electrical Products verkoopt sinds meer dan 40 jaar kabelgarnituren voor laagspannings- en middenspanningstoepassingen. Uitgaande van de reacties van onze klanten en door hun notities en door het zeer lage aantal reclamaties kan met goed recht worden beweerd dat een veilige werking van onze kabelgarnituren voor laagspannings- en middenspanningstoepassingen gedurende een periode van meer dan dertig jaar te realiseren valt.

Belangrijke aanwijzing bij de garantie:

BBC Cellpack Electrical Products levert uitsluitend componenten (= bouwpakket) en een montagehandleiding, waarin de correcte montage wordt beschreven. De montage en vervaardiging van de kabelgarnituur zelf wordt niet door BBC Cellpack gedaan, maar door de klant of door een door de klant ingeschakeld montagebedrijf.

Over het algemeen geldt dat BBC Cellpack Electrical Products volgens de wettelijke richtlijnen alleen een garantie kan bieden op de geleverde componenten (bouwpakket), niet echter voor de gemonteerde kabelgarnituren, omdat BBC Cellpack Electrical Products geen daarvoor noodzakelijke invloed kan uitoefenen op de kwaliteit van de kabelvoorbereiding, de montage van de garnituren en het gebruik ervan in het net.

De componenten voor kabelgarnituren zijn vrij van gebreken, indien deze geschikt zijn voor de conform de overeenkomst veronderstelde toepassing op het moment van de overdracht aan de klant.

De vermelding van de verwachte levensduur vormt buiten de garantie in het kader van de wettelijke termijnen geen garantie, verzekering, hoedanigheidsafspraak of andere toezegging waaraan de verkoper gebonden is, en ook geen verlenging van de garantietermijn.

Beschrijving van verschillende beïnvloedende factoren op de levensduur van een kabelgarnituur:

Er zijn verschillende factoren die de levensduur van een kabelgarnituur negatief kunnen beïnvloeden. Daartoe behoren volgens onze ervaring normaal gesproken en niet limitatief de kabelvoorbereiding en montage, de nettoepassing resp. de netomstandigheden zelf evenals de opslag van het bouwpakket of de temperatuur, waarbij de installatie wordt uitgevoerd.

Op grond van de vele mogelijke factoren die van invloed kunnen zijn, pretendeert dit overzicht niet volledig te zijn.

Een juridisch bindende algemene uitspraak over de levensduur door BBC Cellpack Electrical Products is daarom niet mogelijk en wordt door ons ons ook niet gedaan.

Invloed van de kabelvoorbereiding en montage op de levensduur van kabelgarnituren:

Fundamentele voorwaarden voor een lange levensduur zijn een zorgvuldige en vlekkeloze kabelvoorbereiding volgens de stand van de techniek, naar ook het zorgvuldig en weloverwogen naleven van de in de montagehandleiding van Cellpack vastgelegde bewerkingsstappen.

Naast deze voorwaarde geldt tevens dat voor een correcte installatie en functionaliteit van het product uitsluitend componenten mogen worden gebruikt, die door de fabrikant met de kit werden geleverd resp.

door de fabrikant van de kabelgarnituur werden aanbevolen of vrijgegeven. Bijvoorbeeld verbinder met kwalificatie conform IEC61238.

Voor een correcte installatie installatie als voorwaarde voor een lange levensduur worden, voor nieuwe producten of technisch complexe oplossingen, cursussen van de gebruikers aanbevolen.

Invloed van de nettoepassing resp. van de netomstandigheden op de levensduur van kabelgarnituren:

De levensduur van een product is altijd tevens afhankelijk van de op het product inwerkende omstandigheden van het energievoorzieningsnet. Kabelgarnituren van BBC Cellpack Electrical Products worden in de laagspanningssector conform of in navolging van de norm EN50393, in de middenspanningssector conform of in navolging van de norm HD629 type-gekeurd.

Elektrische, mechanische of thermische belastingen, die hoger zijn dan de eisen van deze normen, kunnen ingrijpende gevolgen hebben, d.w.z. tot een verkorting van de levensduur van de kabelgarnituren leiden.

Daardoor kan er geen inschatting van de mogelijke of resterende levensduur worden gegeven, wanneer er bijvoorbeeld gevolgen van kortsluitingen of tijdelijke spanningsstijgingen ten gevolge van schakelhandelingen of bliksemstootspanningen zijn opgetreden.

De toepassing van de hiervoor genoemde normen is juridisch niet verplicht. Zelfs als alle normen worden toegepast worden daardoor niet definitief alle beïnvloedende factoren gedekt, die gevolgen kunnen hebben voor de de levensduur van kabelgarnituren.

Invloed van de bewaringscondities van het geleverde product en van de temperatuur bij het installeren op de levensduur van kabelgarnituren:

Ten aanzien van de vraag van de correcte bewaringscondities moet er een onderscheid worden gemaakt naargelang de toegepaste technologie: Componenten en producten die giethars-, gel- of koudkrimp-technologie of andere koudtoepasbare producten gebruiken, kunnen onderhevig zijn aan beperkingen van de opslagduur, restricties van de bewaringscondities of aanbevelingen ten aanzien van de montageomstandigheden.

Dienovereenkomstige aanwijzingen met betrekking tot de maximaal toegestane bewaartijd, de aanbevolen bewaringscondities en het aanbevolen temperatuurbereik van de montage kunnen worden ontleend aan de productdocumentatie en zijn in verkorte vorm ook op het etiket/label van het product vermeld.

Neerslag in de vorm van gelijkmatige kristalvorming op het binnenoppervlak van EPDM-isolatielichamen is een procesafhankelijk afbraakproduct van de tijdens het productieproces toegepaste peroxide.

Er zijn geen negatieve gevolgen bekend voor de functionaliteit door een dergelijke kristalvorming. Afhankelijk van de bewaartemperaturen en bewaarduur kunnen er op alle oppervlakken dergelijke kristallen worden gevormd. Bij zeer sterke kristalvorming wordt het uitwrijven van de binnenoppervlakken in het kader van de controle en de reiniging voor de montage aanbevolen om invloeden op de uitvoering bij het indraaien van de isolerende afsluitingen resp. het opzetten van het isolatielichaam te voorkomen.

Tijdens de voorbereiding van aardekabels werd het volgende vastgesteld:

• Het vlammen van de bitumenlaag produceert gassen en dampen met schadelijke adhesies van categorie 2 en 3 (volgens 67/548/EEG), categorieën 1B en 2 (volgens de CLP-verordening) bevatten kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische stoffen - kortom CMR-stoffen.
• Loodslijpsel (stof) ontstaat wanneer de oxidelaag van de loodmantel wordt opengebroken. Lood is ook een CMR-stof van categorie 1 (volgens 67/548/EEG) en categorie 1A (volgens de CLP-verordening) en is zeer giftig voor de voortplanting.
• Bij het snijden van de jute en de loden omhulling moet een mes met een vast lemmet worden gebruikt vanwege het risico op snijwonden.

Op basis van een interne risicobeoordeling in een werkplaats werden de bovenstaande kritische montagestappen gedefinieerd en beoordeeld met de volgende maatregelen. Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PPE) is verplicht bij het voorbereiden van de aardekabelzijde. Bij het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen moet een eerder uitgevoerde risicobeoordeling in de lokale situatie de basis vormen voor verdere overweging.

Op dit moment bestaat er geen vrijgave voor het gebruik in explosiegevaarlijke zones.

Of er een krimpmanchet kan worden gebruikt voor de reparatie van een kabelmantel, is afhankelijk van de beoordeling van de schade door de kabelfabrikant. De krimpmanchet dient alleen voor de mechanische bescherming en voorkomt het binnendringen van vocht. Een krimpmanchet heeft geen eigenschappen die het gebruik van E90 bevorderen.

Om een veilige elektrische verbinding tot stand te kunnen brengen, wordt bij laagspanning (tot 1 kV) tussen de klemmen/verbinders/aders naar de vormschaal resp. naar de behuizing van de splitsdoos een minimale afstand van 5 mm voorgeschreven. Bij niet-geïsoleerde verbinders gelden deze 5 mm ook tussen de afzonderlijke verbinders. Sommige maten in de BBC Cellpack-montagehandleiding kunnen afhankelijk van het product afwijken.

De door BBC Cellpack aangeboden zelf sealende tapes met UV-stabilisatie zijn vermeld overzichtstabel in de catalogus.

UV-bestendig wordt in de omgangstaal meestal gebruikt om aan te geven dat de eigenschappen van een materiaal door UV-straling niet of slechts in geringe mate veranderen. UV-gestabiliseerd duidt relevante omgevingsomstandigheden aan (bijv.: stralingsintensiteit, stralingsduur). Door UV-straling kunnen de eigenschappen van de tapes binnen een acceptabele marge veranderen.

De gelproducten van BBC Cellpack bestaan uit vernette siliconen. Zodra een silicoon is vernet, zijn er geen beperkingen meer voor wat betreft de compatibiliteit.

De EASYCELL moffen kunnen in een bereik van -10°C tot +60°C worden gemonteerd.

Na het installeren kunnen de moffen in het temperatuurbereik van -20°C tot +90°C worden ingezet.

De testnorm DIN EN 50393 bevat geen test van het totale systeem op de invloed van gassen.

Veranderingen van de eigenschappen afhankelijk van de stof en de concentratie zijn dus niet getest.

Vooropgesteld dat de systemen correct zijn gemonteerd en dat de voorschriften uit de montagehandleiding zijn gevolgd, zijn de gietharssystemen beschermd tegen het binnendringen van water tot 1 m.

De testnorm DIN EN 50393 bevat testen op dit gebied met een waterdiepte van 1 m.

De SMH warmtekrimpverbindingen van BBC Cellpack zijn geschikt voor montage in de wand. Wij adviseren dit alleen te doen met de complete SMH kits inclusief lijmlaag. Voor montage achter gips/pleisterwerk raden wij ten zeerste af om krimpkous zonder lijmlaag te gebruiken daar hier binnendringen van vocht kan ontstaan.

De mofschaal en het bijbehorende aftakblok zijn op grond van de constructie geschikt voor een doorlopende hoofdkabel en een aftakkabel.

In principe is dit geen probleem indien de behuizing bij het gieten is afgedicht of wanneer de giethars er na het gieten niet uit kan lopen totdat het is uitgehard.

De bruikbaarheid van de veerklemtechniek van WAGO is gekeurd en vrijgegeven met gebruikmaking van PUR-gel en voor de Cellpack giethars-typen EG en CG. Naast deze vergunningen bestaat er nog geen ervaring of testresultaten hoe de diverse andere beschikbare afdichtmiddelen van Cellpack inwerken op het kunststof materiaal van klemmen en of de gietharsen of gels van invloed zijn op de lange termijn kwaliteit van het contactpatroon van de klemmen. De bevestiging betreffende het gebruik voor andere gietharstypen is daarom momenteel niet mogelijk en kan pas worden gegeven na verdere tests.

Belangrijk zijn de eisen van de klant/gebruiker aan het eindproduct en de eisen aan de functionaliteit ervan in zijn gebruiksomgeving.

Halogeenvrije krimpcomponenten kunnen in principe ook op halogeenhoudende kabels (PVC) worden toegepast en halogeenhoudende krimpcomponenten (bijv. vlamvertragende slangen) kunnen in principe ook op halogeenvrije kabels (PE, VPE) worden toegepast.

In principe is deze toepassing mogelijk. U dient echter wel op voldoende gelverdringing te letten. Dit betekent dat beide geloppervlakken rond het kabeleinde moeten sluiten om een afdichting tegen vocht te waarborgen.

De recepten van 2-componenten-gietharsen bestaan meestal uit componenten met verschillende eigenschappen. Als u de giethars voor het verlopen van de minimale houdbaarheidsdatum gebruikt, is een veilig gebruik gegarandeerd en wordt de werking in de toegestane toepassing gewaarborgd. Het mengsel kan nog wel functioneren als de minimale houdbaarheidsdatum wordt overschreden. In dat geval kunnen zich wel afwijkingen in de eigenschappen voordoen.

De EASYCELL verbindingen kunnen worden gemonteerd in een bereik van -10°C tot +60°C. Net als bij alle andere moffen moet u er ook hierbij op letten dat er in er het gehele gedeelte van de mof geen vocht aanwezig is. Dit geldt ook voor sneeuw en ijs.

De mof kan direct na het gieten in gebruik worden genomen of onder spanning worden gegoten. U dient daarbij de relevante voorschriften “Werken onder spanning” in acht te nehmen.

Onze moffen ondergaan uitgebreide testprocedures, zoals de teststandaard DIN EN 50393. Daardoor garanderen wij dat onze moffen ook duurzaam functioneren en veilig zijn. Wij raden u dringend af uw mof zelf samen te stellen, zodat u deze verantwoordelijkheid niet op u hoeft te nemen.

Voor zover bij de DR-L verbindingen in de componenten toepassingen een tweede perseenheid aanwezig is, is het gebruik op massieve leidingen mogelijk. Omdat de DR verbindingen korter uitgevoerd zijn en er slechts één perseenheid mogelijk is, is de componenten toepassing voor massieve leidingen niet mogelijk. De gangbare perstangen kunnen in de klauwen 2 perseenheden bevatten, dat houdt in dat bij de DR-L de tang 2x wordt aangezet voor links en rechts, terwijl bij de DR de tang met 1x persen beide kanten samenperst. Opnieuw is er sprake van de systeemtoepassing EASY-FIX op massieve leidingen.

(Component toepassing = directe aankoop van de knijpverbinding)

Omdat er veel verschillende krimptangen ter beschikking staan, is deze toepassing voornamelijk afhankelijk van het gebruikte gereedschap. Om deze reden adviseren wij om deze toepassing voor de montage zelf te testen en vrij te geven.

Alle EASYCELL®-moffen worden getest conform de testnorm DIN EN 50393. Daarin wordt een drukwisseltest met 0,1 bar waterdruk geëist. Dit betekent dat de mof kan worden gebruik tot een waterdiepte van max. 1 meter. U dient daarvoor absoluut de aanwijzingen voor de montage in acht te nemen. Diepere toepassingen kunnen met de fabrikant worden afgesproken, maar moeten apart worden getest.

De beslissing of een kabelmantel kan worden gerepareerd ligt bij de verantwoordelijke in het netwerk. Dit is afhankelijk van de schade en van de eigenschappen, waaraan de kabelmantel voldoet. Een kabel mag over het algemeen slechts dan met een manchet worden gerepareerd, wanneer de beschadiging uitsluitend betrekking heeft op de buitenmantel van de kabel. Als er een extra beschadiging van de aderisolatie wordt geconstateerd, is een reparatie met een manchet niet toegestaan. De kabel moet dan als volledig systeem worden gerepareerd, ofwel met extra isoleer- en afdichtcomponenten boven de beschadigde adres(s) of eventueel door het installeren van een verbindingsmof boven het beschadigde kabelstuk.

Mocht de keuze voor een reparatie door middel van een krimpmanchet luiden, dan dient de manchet aan de hand van de in de catalogus vermelde waarden te worden geselecteerd. Bij de keuze van de juiste manchet is niet de bedrijfsspanning van de kabel doorslaggevend. De functie van manchetten zijn hieronder beschreven - herstel van de kabelbuitenmantel in zijn drie functies isolatie, bescherming tegen vocht en mechanische bescherming.

Verbindingsmoffen zijn zo ontworpen dat er twee kabels recht tegen elkaar aan worden bevestigd. Aftakmoffen zijn  daarentegen voor een hoofdgeleider (die niet wordt gesneden) en een uitgaande kabel. Alle drie kabeleinden in een mof samen te voegen, wordt moeilijk omdat er te weinig volume binnenin de schaal is en er speciale verbinders nodig zijn. Bovendien werden de gebruikelijke   moffen van BBC Cellpack niet voor dit toepassingsgebied ontworpen. Om een betrouwbare en veilige verbinding tot stand te brengen, is aan te bevelen om de volgende constellatie toe te passen. Een uitzondering hierop vormen de beide giethars aftakmoffen T1/EG/V/WAGO en Y1/EG/V/WAGO, hiermee kunnen drie kabeleinden met maximaal 5x 0,5mm² - 5x 4mm² in één mof worden verbonden resp. afgetakt. In de set bevinden zich telkens 5 stuks van de WAGO COMPACT-verbindingsklem 221-413.

Water in zwembaden bevat een bepaalde concentratie chloor. Dit punt valt onder het begrip “bestand tegen chemische invloeden”. Dit betekent dat er testen nodig zijn met het werkelijke chloorgehalte of de samenstelling van het water (bijv. thermaal water). Uiteraard moet worden uitgegaan van een correcte montage en gebruik van de voorgeschreven componenten.

Il riempimento a posteriori con resina colata non è possibile, poiché in quel caso non è possibile garantire una colata perfetta (le diverse condizioni ambientali, come la temperatura, l'umidità o persino impurità, incidono sul risultato. Si tratta di condizioni che non sono state testate).

Organische meststoffen bestaan uit diverse chemische stoffen zoals ammoniak of nitraat in verschillende concentraties. Daardoor is geen bewijskrachtige controle van de garnituren mogelijk met betrekking tot organische meststoffen.

De sluitstoppen van BBC Cellpack op basis van polyurethaan zijn gevoelig voor benzine, hetgeen kan leiden tot een verandering van de eigenschappen.

Ja, de EASYCELL 3V, 4V en 5V zijn te combineren met CU-aders en AL-aders, omdat ze een vertind verbindingsblok met tussenschot bevatten.

De gelmoffen uit de productfamilie EASYCELL® , EASY-PROTECT en EASY-PROTECT Inline zijn op grond van hun constructie slechts bestemd voor eenmalig gebruik.

In Cellpack slangen SR(H), SRAT, SRBB komt geen chloor (ook geen andere halogeenhoudende materialen), zwavel en geen zware metalen voor, of stoffen die schadelijk voor de gezondheid zijn. Een dienovereenkomstige RohS en Reach conformiteit bevestiging is beschikbaar voor de betreffende component.

Warmkrimpcomponenten zijn componenten die bij de toevoer van warmte op hun oorspronkelijke productietoestand terugkrimpen, zoals bijv.: verdeelkappen, eindkappen, slangen of manchetten. Een heteluchtventilator kan worden gebruikt om te krimpen. Er wordt echter minder warmte aangevoerd in vergelijking met een gasbrander. Daardoor duurt het krimpen langer. De instellingen en het mondstuk dienen afhankelijk van de gebruikte heteluchtföhn te worden gekozen. Er dient op te worden gelet dat er geen verbrandingen op de oppervlakte van de krimpkous ontstaan.

Als er sprake is van een kous met smeltlijm (SRH...), dan ontwijkt de lijm langzaam aan beide kanten. Belangrijke indicaties voor een correcte krimp zijn gelijkmatige wanddikten en een rechte belettering.

De uithardtijd beschrijft de tijd die nodig is om een 100%-uitharding te realiseren met de volledige mechanische eigenschappen van de componenten A en B. De pot-life is een gestandaardiseerd begrip dat in de omgangstaal is gedefinieerd als verwerkingstijd. Afhankelijk van de verschillende temperaturen zijn er snelle of langzame reacties mogelijk.

Deze nieuwe technologie combineert een eenvoudige verwerking en ongelabeld materiaal met de mogelijkheid tot onbeperkte opslag. De elektrische eigenschappen na het uitharden zorgen voor een duurzame en betrouwbare kabelverbinding. Wij adviseren daarbij om een minimale afstand aan te houden bij de bekabeling tussen de klemmen/aders en wanden van de splitsdozen.

Onze gietharssystemen hebben zich al tientallen jaren bewezen. De elektrische en mechanische eigenschappen na het uitharden zorgen voor een duurzame en betrouwbare kabelverbinding. Wij bieden de meest uiteenlopende gietharsvarianten aan afhankelijk van het toepassingsgebied.

Onze krimpproducten hebben zich al tientallen jaren bewezen. De elektrische en mechanische eigenschappen na het afkoelen zorgen voor een duurzame en betrouwbare kabelverbinding. Een krimpproduct kan op voorraad worden besteld, omdat deze onbeperkt kunnen worden opgeslagen.

BBC Cellpack Electrical Products verkoopt sinds meer dan 40 jaar kabelgarnituren voor laagspannings- en middenspanningstoepassingen. Uitgaande van de reacties van onze klanten en door hun notities en door het zeer lage aantal reclamaties kan met goed recht worden beweerd dat een veilige werking van onze kabelgarnituren voor laagspannings- en middenspanningstoepassingen gedurende een periode van meer dan dertig jaar te realiseren valt.

Belangrijke aanwijzing bij de garantie:

BBC Cellpack Electrical Products levert uitsluitend componenten (= bouwpakket) en een montagehandleiding, waarin de correcte montage wordt beschreven. De montage en vervaardiging van de kabelgarnituur zelf wordt niet door BBC Cellpack gedaan, maar door de klant of door een door de klant ingeschakeld montagebedrijf.

Over het algemeen geldt dat BBC Cellpack Electrical Products volgens de wettelijke richtlijnen alleen een garantie kan bieden op de geleverde componenten (bouwpakket), niet echter voor de gemonteerde kabelgarnituren, omdat BBC Cellpack Electrical Products geen daarvoor noodzakelijke invloed kan uitoefenen op de kwaliteit van de kabelvoorbereiding, de montage van de garnituren en het gebruik ervan in het net.

De componenten voor kabelgarnituren zijn vrij van gebreken, indien deze geschikt zijn voor de conform de overeenkomst veronderstelde toepassing op het moment van de overdracht aan de klant.

De vermelding van de verwachte levensduur vormt buiten de garantie in het kader van de wettelijke termijnen geen garantie, verzekering, hoedanigheidsafspraak of andere toezegging waaraan de verkoper gebonden is, en ook geen verlenging van de garantietermijn.

Beschrijving van verschillende beïnvloedende factoren op de levensduur van een kabelgarnituur:

Er zijn verschillende factoren die de levensduur van een kabelgarnituur negatief kunnen beïnvloeden. Daartoe behoren volgens onze ervaring normaal gesproken en niet limitatief de kabelvoorbereiding en montage, de nettoepassing resp. de netomstandigheden zelf evenals de opslag van het bouwpakket of de temperatuur, waarbij de installatie wordt uitgevoerd.

Op grond van de vele mogelijke factoren die van invloed kunnen zijn, pretendeert dit overzicht niet volledig te zijn.

Een juridisch bindende algemene uitspraak over de levensduur door BBC Cellpack Electrical Products is daarom niet mogelijk en wordt door ons ons ook niet gedaan.

Invloed van de kabelvoorbereiding en montage op de levensduur van kabelgarnituren:

Fundamentele voorwaarden voor een lange levensduur zijn een zorgvuldige en vlekkeloze kabelvoorbereiding volgens de stand van de techniek, naar ook het zorgvuldig en weloverwogen naleven van de in de montagehandleiding van Cellpack vastgelegde bewerkingsstappen.

Naast deze voorwaarde geldt tevens dat voor een correcte installatie en functionaliteit van het product uitsluitend componenten mogen worden gebruikt, die door de fabrikant met de kit werden geleverd resp.

door de fabrikant van de kabelgarnituur werden aanbevolen of vrijgegeven. Bijvoorbeeld verbinder met kwalificatie conform IEC61238.

Voor een correcte installatie installatie als voorwaarde voor een lange levensduur worden, voor nieuwe producten of technisch complexe oplossingen, cursussen van de gebruikers aanbevolen.

Invloed van de nettoepassing resp. van de netomstandigheden op de levensduur van kabelgarnituren:

De levensduur van een product is altijd tevens afhankelijk van de op het product inwerkende omstandigheden van het energievoorzieningsnet. Kabelgarnituren van BBC Cellpack Electrical Products worden in de laagspanningssector conform of in navolging van de norm EN50393, in de middenspanningssector conform of in navolging van de norm HD629 type-gekeurd.

Elektrische, mechanische of thermische belastingen, die hoger zijn dan de eisen van deze normen, kunnen ingrijpende gevolgen hebben, d.w.z. tot een verkorting van de levensduur van de kabelgarnituren leiden.

Daardoor kan er geen inschatting van de mogelijke of resterende levensduur worden gegeven, wanneer er bijvoorbeeld gevolgen van kortsluitingen of tijdelijke spanningsstijgingen ten gevolge van schakelhandelingen of bliksemstootspanningen zijn opgetreden.

De toepassing van de hiervoor genoemde normen is juridisch niet verplicht. Zelfs als alle normen worden toegepast worden daardoor niet definitief alle beïnvloedende factoren gedekt, die gevolgen kunnen hebben voor de de levensduur van kabelgarnituren.

Invloed van de bewaringscondities van het geleverde product en van de temperatuur bij het installeren op de levensduur van kabelgarnituren:

Ten aanzien van de vraag van de correcte bewaringscondities moet er een onderscheid worden gemaakt naargelang de toegepaste technologie: Componenten en producten die giethars-, gel- of koudkrimp-technologie of andere koudtoepasbare producten gebruiken, kunnen onderhevig zijn aan beperkingen van de opslagduur, restricties van de bewaringscondities of aanbevelingen ten aanzien van de montageomstandigheden.

Dienovereenkomstige aanwijzingen met betrekking tot de maximaal toegestane bewaartijd, de aanbevolen bewaringscondities en het aanbevolen temperatuurbereik van de montage kunnen worden ontleend aan de productdocumentatie en zijn in verkorte vorm ook op het etiket/label van het product vermeld.

Polyurethaan-gietharsen (PUR) bestaan uit 2 componenten, een hars- en een hardercomponent. Bestanddelen in de hardercomponent reageren gemakkelijker met water dan met de PUR-harscomponent. Bij contact met vocht gaat het mengsel schuimen. In dit geval wordt niet voldaan aan de elektrisch en mechanisch vereiste eigenschappen. Voor werkzaamheden onder vochtige omstandigheden zijn er speciale gietharssystemen beschikbaar, zoals UWR-giethars.

1. Instructies voor transport en bewaring:

Bewaringsomstandigheden

Temperatuurbereik
0...+40°C        

Afwijkingen van deze omstandigheden tijdens de bewaring kunnen leiden tot beperkingen van de functionaliteit van afzonderlijke componenten en in bepaalde gevallen de montage moeilijk of onmogelijk maken.

2. Montage-instructies

Montage-instructies worden met elk product meegeleverd (maken deel uit van de kit). Temperatuurbereik voor de montage / installatie van deze producten:
0 tot +40°C.

3. Gebruik:

Gebruikstemperatuurbereik (altijd tevens afhankelijkvan de kabelcriteria):

SMH4 - Warmtekrimpverbindingen voor laagspanningskabels – gebruikstemperatuurbereik van warmtekrimpslangen van de kits
-40°C maximaal +120°C
SKH - Warmtekrimp eindkappen
-40°C maximaal +100°C
SEH - Warmtekrimp verdeelkappen
-40°C maximaal +100°C
SRH3 - Krimpbuis, dikwandig
-40°C maximaal zu +120°C
SRMAHV - Warmtekrimp reparatiemanchet
-40°C maximaal +120°C

Nadere informatie over individuele productkenmerken vindt u in het productspecificatieblad.

De uithardtijd van de gietstof voor EG-giethars is afhankelijk van de omgevingstemperatuur, temperatuur van de component en de hoeveelheid giethars. Meer informatie daarover vindt u in het volgende diagram:

Op grond van wijzigingen in de normen zijn er momenteel geen garnituren voor EX-zones beschikbaar.

De gietharsen onderscheiden zich door uitstekende elektrisch isolerende eigenschappen. Afhankelijk van het toepassingsgebied kunt u uit verschillende gietharsen kiezen:

EG: Universele giethars voor kunststof, met papier geïsoleerde laagspanningskabels, telecomkabels en communicatiekabels. Bij middenspanningskabels dient EG als bescherming tegen mechanische invloeden en vocht.

GG: Speciale giethars voor arbeidsveiligheid vanwege een lagere inschaling conform de CLP-verordening. GG is geschikt voor kunststof en met papier geïsoleerde laagspanningskabels.

FG: De flexibele giethars is geschikt voor het repareren van beschadigde kabelmantels en voor het verbinden van flexibele kabels.

UG: Voldoet aan hogere brandbeveiligingseisen en wordt gebruikt in de bergbouw.

UWR: Onderscheidt zich doordat de hars ongevoelig is voor water, waardoor het gieten onder vochtigheidsinwerking mogelijk is.

WG: De uitgeharde vormstof kan met lichte gereedschappen weer worden verwijderd.

CG:  Milieuvriendelijke koude gietmassa op basis van koolwaterstof, die weer kan worden verwijderd. CG bevat geen siliconen, isocyanaat en is niet ingeschaald als gevaarlijke stof.

De gebruikelijke algemeen verkrijgbare perstangen moeten worden gebruikt. Vraag dit na bij een betrouwbare Fabrikant.

De SMH warmtekrimpverbindingen van BBC Cellpack zijn geschikt voor montage in de wand. Wij adviseren dit alleen te doen met de complete SMH kits inclusief lijmlaag. Voor montage achter gips/pleisterwerk raden wij ten zeerste af om krimpkous zonder lijmlaag te gebruiken daar hier binnendringen van vocht kan ontstaan.

De aanbevolen bewaartemperatuur van door BBC Cellpack aangeboden PUR-giethars producten ligt tussen 15°C – 35°C.

Volgens UL zijn de slangen van de typen SR1F en SR1F3 toegestaan. Beide slangtypen zijn vermeld in de UL-map onder documentnummer E172094.

De giethars die u niet nodig heeft, hardt in de zak uit. Als de giethars volledig is uitgehard, kunt u deze eenvoudig bij het restafval doen. Voorwaarde is wel dat de componenten A en B volledig zijn gemengd.

Er wordt eerst een buis geëxtrudeerd uit polyolefin-granulaat. Afhankelijk van het type buis wordt in deze stap ook de heetsmeltlijm ingebracht (geco-extrudeerd). Daarna ondergaan de buizen een bewerking met elektronenstralen. Daarbij wordt de moleculaire structuur veranderd, waardoor de buizen een “geheugen” krijgen. In een volgende stap met warmtetoevoer wordt de buis vergroot (geëxpandeerd) tot de gewenste diameter. Daarna wordt deze direct afgekoeld en vervolgens doorgesneden. Bij het verwarmen “herinnert” de buis zich de oorspronkelijke toestand en krimpt terug.

De krimpmoffen voor laagspanning moeten voldoen aan de eisen van de norm DIN EN 50393. In deze norm zijn de precieze testprocedures en testeisen voor de garnituren met een nominale spanning van 0,6/1,0 (1,2) kV beschreven. De standaardeigenschappen en -eisen voor de krimpbuizen staan in de norm IEC 60684 (Deel 1: Definities en algemene eisen, Deel 2: Beproevingsmethoden, Deel 3: Producttype-eisen).
De indeling van de beschermingsgraden maakt onderdeel uit van DIN EN 60529 (VDE 0470). Conform deze norm is de mate van bescherming door een behuizing tegen de toegang tot gevaarlijke onderdelen, tegen het binnendringen van vaste vreemde voorwerpen en/of tegen het binnendringen van water bewezen door gestandaardiseerde testprocedures. In beide gevallen (krimpmoffen/-buizen voor laagspanning) is er geen extra behuizing aanwezig, waardoor de beschermingsgraad niet kan worden getest.

In de montagehandleiding van de telecommoffen VASMI en SMHF wordt deze stap als volgt weergegeven:

A) Voorbereiding van de kabel
Zorg voor een overlapping van de kabel overeenkomstig de tekening: De kabels worden net als bij de verbindingsmoffen overeenkomstig het kabeltype voorbereid.

B) Schermverbinding Breng een schermverbinding zoals bij een verbindingsmof tot stand.

Monteer de splitsklem van de schermverbinding en de leiding (uit MFSA halen) conform de bijgevoegde montagehandleiding.

De toebehorenset MSFA is alleen nodig bij aftakmoffen.

De aanbevolen verwerkingstemperatuur van POWER GEL ligt tussen +15 °C en +30 °C, de temperatuurbestendigheid daarentegen tussen -40 °C en +150 °C.

In principe kan daarvoor een gietharsmof worden gebruikt wanneer de minimale afstanden in acht worden genomen. De afdichting van de platte kabel naar de ronde ingang van de schaal is iets moeilijker, maar is in principe wel mogelijk. Vanwege de platte leiding zijn krimp- en gelmoffen hiervoor minder geschikt.

Tijdens het kneden worden de hars en harder gemengd en start er een exotherme chemische reactie. De bijgevoegde montagehandleiding geeft voor de zak een mengtijd van 3 minuten aan. Bij een kortere mengtijd worden de componenten niet voldoende gemengd. In tegenstelling tot de wijdverbreide mening “droogt” de giethars niet, maar als er geen reactie tot stand komt, zal het mengsel ook niet uitharden. In dit geval wordt niet voldaan aan de elektrisch en mechanisch vereiste eigenschappen.

Pompleidingen onderscheiden zich door hun vlakke constructie van radiale kabels resp. leidingen, bovendien zijn fijnaderige geleiders (geleiderklasse 5) gebruikelijk. Om die reden moet er bij de keuze van de mof en de montage ervan op het volgende worden gelet:
• Maximaal aantal aders 4 geleiders per kabeleinde.
• De rangschikking van de verbinders vergt het gebruik van afstandsplaten. Bij onze gietharsmoffen M11, M12, M13S en M13 zijn die reeds inclusief.
• De mof moet voldoende plaats bieden om de platte kabel in te brengen (max. kabel- Ø mm).
• Er dienen passende persverbinders en persgereedschappen te worden gebruikt.
• Voor een eenvoudigere afdichting van de platte kabel naar de vormschaal van de mof is er een afdichtingsmastiek zoals bijvoorbeeld onze hechtkitband HKB (art.-nr.: 127651) te gebruiken.
• Om normatieve redenen mag de waterdiepte niet meer dan 1m bedragen.
De montage kan plaatsvinden zoals in de tekeningen is aangegeven:

Hiervoor zijn er verschillende mogelijkheden:

1) Perskabelschoenen van koper conform DIN 46235 resp. perskabelschoenen van aluminium conform DIN 46239 worden in een zeskantpersing conform DIN 48083 geperst. Voor de te gebruiken persinzet wordt hierbij uitgegaan van de buitendiameter die altijd op het onderdeel is aangeven. De afzonderlijke geleiders worden door het persen gelijkmatig vervormd en zo komt een stabiele elektrische en mechanische verbinding tot stand.

2) Als het om een fabrikantspecifieke kabelschoen gaat (zogenaamde buiskabelschoenen), dan is dit meestal slechts toegestaan voor koper en geleiderklasse 2 conform DIN 60228. In een dergelijk geval moet altijd het fabrikantspecifieke systeem worden gebruikt.

In beide gevallen vindt het persen plaats vanuit het centrische boorgat (overeenkomstig de markeringen) richting de kabel. Door het persen wordt de verbinder iets langer. Daarom wordt bij de kabelvoorbereiding rekening gehouden met een perstoename van 5 mm (Cu) of 10 mm (Al).

Hiervoor zijn er verschillende mogelijkheden: 

1) Persverbinders van koper conform DIN 46267-1 resp. persverbinders van aluminium conform DIN 46267-2 worden in een zeskantpersing conform DIN 48083 geperst. Voor de te gebruiken persinzet wordt hierbij uitgegaan van de buitendiameter die altijd op het onderdeel is aangeven. De afzonderlijke geleiders worden door het persen gelijkmatig vervormd en zo komt een stabiele elektrische en mechanische verbinding tot stand.

2) Als het om een fabrikantspecifieke persverbinder gaat (een zogenaamde stootverbinder), dan moet altijd het voorschrift van de fabrikant worden toegepast.

In beide gevallen vindt het persen plaats vanuit het midden van de verbinder (overeenkomstig de markeringen) richting de kabel. Door het persen wordt de persverbinder iets langer. Daarom wordt bij de kabelvoorbereiding rekening gehouden met een perstoename van 5 mm (Cu) of 10 mm (Al).

Bij schroefconnectors met breekbouten moeten tijdens de montage alle bouten na elkaar worden aangedraaid. Vervolgens wordt bij 2 bouten per kabelkant de bout naar de kabel het eerst afgebroken, daarna de bout naar het midden van de verbinder. Bij schroefconnectors met steeds maar één bout moeten deze gelijkmatig worden aangedraaid tot ze afbreken.

Positioneer eerst de verdeelkap op de kabellas. Stel de gasbrander eerst op een zachte gele vlam in. Begin nu met het radiaal verwarmen van het inzetstuk (1). Ga verder met deze beweging terwijl u het broekstuk (2+3) richting kabelmantel krimpt. Ga nu terug naar het broekstuk en krimp de uitgangen (4) richting de ader daarbij regelmatig, ook de binnenkant van de las moet worden verwarmd. Na korte tijd loopt er aan het uiteinde van het broekstuk en de verdeeluitgangen langzaam lijm uit. Belangrijke indicaties voor een correcte krimping zijn gelijkmatige wandsterktes en een recht opschrift.

Positioneer eerst de krimpbuis. Stel de gasbrander eerst op een zachte gele vlam in. Begin nu vanuit het midden radiaal met verwarmen. Ga verder met deze beweging terwijl u eerst één kant volledig krimpt. Ga nu terug naar het midden en herhaal het proces aan de andere kant.
Als het om een buis met heetsmeltlijm (SRH...) gaat, dan loopt er aan beide uiteinden langzaam lijm uit. Belangrijke indicaties voor een correcte krimping zijn gelijkmatige wandsterktes en een recht opschrift. Hierna ziet u een afbeelding uit een montagehandleiding van een verbindingsmof:

STAP 1: De zak heeft bij voorkeur een temperatuur van ca. 20 °C.
STAP 2: Voordat met het mengen kan worden begonnen, moet eerst het schot voor de scheiding van hars en harder worden verwijderd. Contact met de 2 componenten is niet mogelijk door de gesloten mengzak.
STAP 3: Tijdens het mengen moeten de beide componenten zo goed mogelijk tot een homogeen mengsel worden verwerkt. Neem daarbij de in de verwerkingshandleiding aangegeven tijd van 3 minuten in acht.
STAP 4+5: Het is niet voldoende om de zak eenvoudig heen en weer te zwaaien of te schudden. Om zoveel mogelijk te voorkomen dat er giethars verloren gaat, wordt aanbevolen om de giethars uit de hoeken te schrapen en het lege uiteinde op te rollen.
STAP 6+7: Daarna kunt u een hoek van de zak openknippen om de giethars in de mof te gieten. Hierna vindt u een afbeelding van de montagehandleiding met de afzonderlijke stappen:

Deze is bedoeld voor het eenvoudig doorvoeren van kabels en leidingen door muren in gebouwen.

Eenvoudig gezegd gaat het hierbij om een krimpbuis die op een vormgevende metalen spiraal is gepositioneerd. Na de installatie wordt de kabel door de huisingang geschoven en afgedicht door de uiteinden van de huisingang eenvoudig te verwarmen. De montage vindt als volgt plaats:

Allereerst moet er een boorgat door het metselwerk worden aangebracht. Wij raden u aan om het BBC Cellpack-informatieblad te raadplegen, zodat u een boor met de juiste diameter bij de hand heeft. Om de huisingang te bepalen, kunt u de kabelcentrering gebruiken. Als de afstanden overeenkomen, kunt u beginnen met het voorbereiden van de afdichtingsmassa. Deze wordt net als de giethars in een tweekamermengzak gemengd, maar heeft wel een duidelijk snellere reactietijd. Met een spatel wordt er nu een homogene afdichting gemaakt. Vanwege de korte verwerkingstijd kunt u voor binnen en buiten een aparte zak gebruiken.

Nee, dat wordt niet aanbevolen. De glij- en smeermiddelen zijn ingedeeld voor bepaalde kabelgarnituren. De meeste beschikken over elektrische eigenschappen in specifieke sectoren (b.v. verliesfactor of diëlektriciteitsconstante). Er is geen standaardisatie mogelijk.

De testadapters zijn uitsluitend bestemd voor het gebruik in schroefbare afgeschermde T-vormige EPDM-kabelaansliuitingen van de types CTS en CTKS. Het gebruik van de schroefklemmen in kabelstekkeraansluitingen van andere fabrikanten is niet toegestaan.

Neerslag in de vorm van gelijkmatige kristalvorming op het binnenoppervlak van EPDM-isolatielichamen is een procesafhankelijk afbraakproduct van de tijdens het productieproces toegepaste peroxide.

Er zijn geen negatieve gevolgen bekend voor de functionaliteit door een dergelijke kristalvorming. Afhankelijk van de bewaartemperaturen en bewaarduur kunnen er op alle oppervlakken dergelijke kristallen worden gevormd. Bij zeer sterke kristalvorming wordt het uitwrijven van de binnenoppervlakken in het kader van de controle en de reiniging voor de montage aanbevolen om invloeden op de uitvoering bij het indraaien van de isolerende afsluitingen resp. het opzetten van het isolatielichaam te voorkomen.

Vervuilingseffect is geen kwestie bij geschermde stekkeraansluitingen van BBC Cellpack Electrical Products in tegenstelling tot niet afgeschermde stekkeraansluitingen of krimpeindsluitingen. De volgende stekkeraansluitingen: CTS, CWS, CTKS, CGS, CTS-S kunnen worden gebruikt in omgevingen met verschillende verontreinigingsklassen.

Referentie:
1.    Voor het installeren van spanningssensoren wordt de volgende set, art.-nr. 391083, extra besteld.

2.    Installatie diepte is de lengte tussen de bus en de deur van het schakelstation. Als de totale lengte van de kabelstekker met geïnstalleerde conische spanningssensor langer is dan de toegestane installatie diepte, hetgeen afhankelijk is van het schakelstation, dan kan de deur van het schakelstation niet worden gesloten.

Geleidende buitenlaag van het lichaam van EPDM absorbeert UV-straling, op grond van deze materiaaleigenschap is er geen beschadiging van de diepere lagen door UV-blootstelling te verwachten. Kabelstekker vervaardigd van EPDM is toegestaan voor gebruik in de buitenlucht.

De geleidende zwarte buitenste laag van EPDM absorbeert de UV-straling, er ontstaat bij UV-blootstelling hooguit een oppervlakteveroudering aan de materiaalgrens met de buitenlucht. Op grond van dit UV-absorptiegedrag van het materiaal valt een beschadiging van dieper liggende lagen bij UV-blootstelling niet te verwachten. De EPDM  afdichtwikkel moet echter extra met UV-gestabiliseerde PVC isolatietape (nr. 328) worden omwikkeld.

Het gebruik is mogelijk volgens de compatibiliteitstabel. Het doorsnedebereik wijkt af van de actuele standaardproducten.

Overzicht downloaden

De vervuilingsgraad is niet van belang voor de afgeschermde stekkeraansluitingen van BBC Cellpack Electrical Products in tegenstelling tot niet afgeschermde stekkeraansluitingen. De volgende stekkers CTS, CWS, CTKS, CGS, CTS-S mogen in omgevingen met verschillende vervuilingsgraad worden gebruikt.

Het aantrekmoment ligt bij 30Nm.

Ethyleen-propyleen-dien-kautschuk (EPDM) en silicone rubber (SIR) zijn beide goede isolerende materialen. En stekkeraansluitingen met beide isolaties hebben tests conform HD 629.1 succesvol doorstaan.

De mofschaal en het bijbehorende aftakblok zijn op grond van de constructie geschikt voor een doorlopende hoofdkabel en een aftakkabel.

In de fabriek getest zijn de geleidervormen: RE (rond, eenaderig), RM (rond, meeraderig), SE (sector, eenaderig) en SM (sector, meeraderig). Toegestaan zijn verbinders en kabelschoenen voor de geleiderklasse 1 (eenaderige geleideropbouw) en 2 (meeraderige geleideropbouw). Verdichte geleiders (RMv en SMv) worden eveneens ondersteund. Voor de geleiderklasse 5 (platte geleider met fine draden) en geleiderklasse 6 (platte geleiders met zeer fijne draden) is geen vergunning beschikbaar.

De contactbout kan met een lange opsteekdop worden verwijderd, hetgeen een hergebruik mogelijk maakt. Het gebruik van een extra set is aan te bevelen, omdat enerzijds de oppervlakken moeten worden gereinigd en anderzijds het glijmiddel GM1 in ieder geval opnieuw moet worden gebruikt. Ook dient er te worden gelet op een dienovereenkomstige ontluchting tijdens de montage en op de uitvoering en de afsluitinzet. Het noodzakelijke aandraaimoment is op aanvraag beschikbaar.

Ja, eindsluitingen CHE/CAE kunnen met de aderklasse 5 & 6 volgens de doorsnedebereiken in het specificatieblad worden toegepast. Er dienen passende kabelschoenen te worden gebruikt, die geschikt zijn voor deze aderklasse. CHESK/CAESK eindsluitingen onderscheiden zich van CHE/CAE door de schroefkabelschoen in het bouwpakket. Een toepassing op aderklasse 5 & 6 is niet mogelijk.

Voor zover bij de DR-L verbindingen in de componenten toepassingen een tweede perseenheid aanwezig is, is het gebruik op massieve leidingen mogelijk. Omdat de DR verbindingen korter uitgevoerd zijn en er slechts één perseenheid mogelijk is, is de componenten toepassing voor massieve leidingen niet mogelijk. De gangbare perstangen kunnen in de klauwen 2 perseenheden bevatten, dat houdt in dat bij de DR-L de tang 2x wordt aangezet voor links en rechts, terwijl bij de DR de tang met 1x persen beide kanten samenperst. Opnieuw is er sprake van de systeemtoepassing EASY-FIX op massieve leidingen.

(Component toepassing = directe aankoop van de knijpverbinding)

De schroefkabelschoenen uit de stekkerfamilie zijn niet geschikt voor deze toepassing. Dit type kabel is zeer speciaal en vergt een diepergaand onderzoek wat betreft de geschiktheid.

De schroefverbinders CSV-LHS & CSV-T en schroefkabelschoenen CSK van BBC Cellpack worden uit een aluminium legering vervaardigd. In het kader van het galvanisatieproces wordt het gehele oppervlak (binnen en buiten) vertind. Tin is een typisch coatingmateriaal dat zowel voor Al- als voor Cu-componenten te gebruiken is en het directe contact tussen aluminium en koperen onderdelen zonder aanvullende handeling mogelijk maakt. Houd er rekening mee dat de tinlaag niet mag worden beschadigd. Dit is de meest geavanceerde technologie, die door alle grote fabrikanten van schroefverbinders en kabelschoenen in Europa wordt toegepast.

Hierbij delen wij u mee dat onze producten (fabricaten) met de SVHC-stof lood (CAS 7439-92-1) in de concentratie hoger dan 0,1 % in de SCIP-database bij de ECHA (Europese Chemicaliën agentschap) aangemeld zijn. De producten krijgen aluminium- en/of koperlegeringen in onze verbindingstechniek en werden in de actuele REACH conformiteitsverklaring bij de richtlijn EG/1907/2006 van 28-02-2022 vermeld. Ze mogen nog steeds worden verkocht en vallen niet onder een verkoopverbod. Het SCIP-databasenummer is op grond van het gegevensbeschermingsrecht beschermd en wordt hier niet vermeld.

De reden voor het invoeren van de SCIP-database is in de richtlijn (EU) 2018/851, lid 38 beschreven: „Wanneer producten, materialen en stoffen afval worden, kan het gebeuren dat deze afvalstoffen vanwege de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen niet geschikt zijn om de recyclen of voor de vervaardiging van hoogwaardige secundaire grondstoffen. Daarom moeten er in overeenstemming met het zevende milieu-actiepogramma , waarin de ontwikkeling van materiaalkringlopen die vrij zijn van schadelijke stoffen is voorzien, maatregelen worden bevorderd waardoor het gehalte aan gevaarlijke stoffen in materialen en producten, ook gerecyclede materialen, wordt verminderd, en er moet voor worden gezorgd dat gedurende de gehele levenscyclus van de producten en materialen voldoende informatie over de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen en in het bijzonder zeer zorgwekkende stoffen ter beschikking wordt gesteld. Opdat deze doelen worden verwezenlijkt, moet het recht van de Unie voor afvalstoffen, chemicaliën en producten beter op elkaar worden afgestemd en het Europese Chemicaliënagentschap erbij worden betrokken, om veilig te stellen dat de informatie over de aanwezigheid van zeer zorgwekkende stoffen gedurende de gehele levenscyclus van de producten en materialen, ook in de afvalfase, ter beschikking wordt gesteld.“

Tijdens de montage van schroefverbinders en schroefkabelschoenen treden krachten op die met de hand niet meer kunnen worden gecompenseerd. Ten gevolge hiervan kunnen er vervormingen in de overgangszone ontstaan. Vervormingen kunnen de werking van de garnituur nadelig veranderen en het geleidermateriaal beschadigen. Het gebruik van een tegenhouder is aan te bevelen op grond van de hefboomwerking bij verschillende gereedschappen.

De treksterkte van BBC Cellpack garnituren is afhankelijk van het gebruikte systeem (bijv.: schaal met bevestiging, schroefverbinding, trekvaste verbinders). De norm voor garnituren bevat geen trekproef voor gemonteerde moffen. In de norm voor pers- en schroefverbinders wordt verwezen naar DIN EN 61238-1, waarin de eisen voor de mechanische controle beschreven zijn. Een trekontlasting houdt niet in dat er trekkrachten worden uitgeoefend.

U kunt het betreffende informatieblad hier downloaden.

Als er niet reeds een kabelschoen standaard wordt geleverd door BBC Cellpack, dan dient deze volgens bepaalde criteria te worden uitgekozen. Naast het/de geleider (-materiaal, -diameter-, -vorm), de lengte en de diameter van het gat is met name de langswaterdichtheid doorslaggevend. Dat berust op het feit dat de garnituur direct blootgesteld is aan omgevingsinvloeden (zoals bijv. regen).

Pers kabelschoenen volgens DIN 46235 en persverbinders volgens DIN 46267 zijn in principe geschikt voor een zeskante persing  van klasse 5 en 6 geleiders (DIN/IEC 60228), dat kan in een aparte testvolgorde (b.v.: DIN IEC 61238) worden aangetoond.

Voor geïsoleerde verbinders moeten de gebruikelijke algemeen verkrijgbare perstangen worden gebruikt. Vraag dit na bij een betrouwbare fabrikant.

• De gereedschappen in de tabel zijn beproefd als montagegereedschap. Een producent-neutrale vrijgave van slagbouten zal volgens de momentele stand niet plaatsvinden, omdat er alleen beproefde apparaten kunnen worden vrijgegeven (productaansprakelijkheid).
• Instructies met betrekking tot de montage: De gereedschappen mogen geen defecten vertonen, moeten vakkundig en volgens de bijgevoegde instructie worden geplaatst en correct en loodrecht ten opzichte van de breekbout worden aangezet.
• Er mag geen hefboomkracht op de breekbout inwerken. Er moeten passende gereedschapsinzetten (uit één stuk) worden gebruikt. De accu moet voldoende geladen zijn. De montage moet aan de hand van de montagehandleiding worden uitgevoerd. De verbindingen resp. kabelschoenen moeten voor de betreffende toepassing goedgekeurd zijn.

Voor concentrische geleiders (zonder vaste geleidervorm) kunnen persverbinders worden gebruikt, die volgens DIN 46267 werden gekeurd. Er zijn ook schroefoplossingen mogelijk, die echter eerst ten aanzien van hun geschiktheid moeten worden gecontroleerd.

De AK schroef-aftakklemmen van BBC Cellpack zijn geschikt voor het aftakken van aluminium en koperen geleiders. Om ervoor te zorgen dat er geen onderdelen verloren gaan, is het raadzaam om de AK klem pas te openen, nadat de kabeleinden voorbereid zijn. Hiervoor wordt de hoofdgeleider in de contactzone gestript, zonder in de geleider te snijden. De geleider van de aftakking wordt aan het einde eveneens gestript en vervolgens boven de hoofdgeleider geplaatst. Om de AK klem te openen, dient de contactschroef en de bovenste kunststof helft te worden verwijderd. De montage van de AK klem wordt in omgekeerde volgorde uitgevoerd.

Ook het verbinden van twee aluminium of twee koperen geleiders is mogelijk, de combinatie van Al en Cu op grond van de constructie echter niet.

De FK-bovenleidingklemmen van BBC Cellpack zijn geschikt voor het aftakken van koperen geleiders. Om ervoor te zorgen dat er geen onderdelen verloren gaan, is het raadzaam om de FK klem pas te openen, nadat de kabeleinden voorbereid zijn. Hiervoor wordt de hoofdgeleider in de contactzone gestript, zonder in de geleider te snijden. De geleider van de splitsing wordt aan het einde eveneens gestript en vervolgens boven de hoofdgeleider geplaatst. Om de FK-klem te openen, dient de moer te worden verwijderd. De montage van de FK klem wordt in omgekeerde volgorde uitgevoerd. Ook het verbinden van twee koperen geleiders is mogelijk.

De KP-aftakklemmen van BBC Cellpack zijn geschikt voor het aftakken van koperen geleiders. Om de KP klem te openen, wordt de schroef tot aan het einde van de schroefdraad gedraaid. Hierna wordt de hoofd- en aftakkabel in de hiervoor bestemde uitsparingen in de behuizing geplaatst, zonder deze te strippen. Voor de montage van de KP klem wordt de schroef weer aangetrokken, het contact van de aders wordt tegelijkertijd gerealiseerd door de ingebouwde contactrand.

Deze is bedoeld voor het eenvoudig doorvoeren van kabels en leidingen door muren in gebouwen.

Eenvoudig gezegd gaat het hierbij om een krimpbuis die op een vormgevende metalen spiraal is gepositioneerd. Na de installatie wordt de kabel door de huisingang geschoven en afgedicht door de uiteinden van de huisingang eenvoudig te verwarmen. De montage vindt als volgt plaats:

Allereerst moet er een boorgat door het metselwerk worden aangebracht. Wij raden u aan om het BBC Cellpack-informatieblad te raadplegen, zodat u een boor met de juiste diameter bij de hand heeft. Om de huisingang te bepalen, kunt u de kabelcentrering gebruiken. Als de afstanden overeenkomen, kunt u beginnen met het voorbereiden van de afdichtingsmassa. Deze wordt net als de giethars in een tweekamermengzak gemengd, maar heeft wel een duidelijk snellere reactietijd. Met een spatel wordt er nu een homogene afdichting gemaakt. Vanwege de korte verwerkingstijd kunt u voor binnen en buiten een aparte zak gebruiken.

Of er een krimpmanchet kan worden gebruikt voor de reparatie van een kabelmantel, is afhankelijk van de beoordeling van de schade door de kabelfabrikant. De krimpmanchet dient alleen voor de mechanische bescherming en voorkomt het binnendringen van vocht. Een krimpmanchet heeft geen eigenschappen die het gebruik van E90 bevorderen.

De SRAT warmkrimpslang is als aderisolatiebuis bij eindsluitingen en als bescherming tegen corrosie te gebruiken. Hij mag niet ter bescherming van busbars en voor verkorten van afstanden van deze busbars worden gebruikt. Deze functie is niet getest en kan zodoende niet worden gegarandeerd. De passende oplossing voor deze toepassing is de SRBB slang.

De SMH warmtekrimpverbindingen van BBC Cellpack zijn geschikt voor montage in de wand. Wij adviseren dit alleen te doen met de complete SMH kits inclusief lijmlaag. Voor montage achter gips/pleisterwerk raden wij ten zeerste af om krimpkous zonder lijmlaag te gebruiken daar hier binnendringen van vocht kan ontstaan.

Warmschrumpf Komponenten sind Bauteile, die bei Wärmezufuhr auf Ihren ursprünglichen Produktionszustand zurück schrumpfen, wie z.B.: Aufteilkappen, Endkappen, Schläuche oder Manschetten. Ein Heißluftgebläse kann zum Schrumpfen verwendet werden. Allerdings ist der Wärmeeintrag geringer im Vergleich zu einem Gasbrenner. Dadurch wird die Dauer des Schrumpfvorgangs verlängert. Die Einstellungen und Düse sind individuell je nach verwendetem Heißluftfön zu wählen. Es ist wichtig darauf zu achten, daß keine Verbrennungen auf der Oberfläche des Schrumpfschlauchs entstehen.

Handelt es sich um einen Schlauch mit Heißschmelzkleber (SRH…), tritt langsam an beiden Enden der Kleber aus. Wichtige Indizien für eine korrekte Schrumpfung sind gleichmäßige Wandstärken und eine gerade Beschriftung.

Onze moffen ondergaan uitgebreide testprocedures, zoals de teststandaard DIN EN 50393. Daardoor garanderen wij dat onze moffen ook duurzaam functioneren en veilig zijn. Wij raden u dringend af uw mof zelf samen te stellen, zodat u deze verantwoordelijkheid niet op u hoeft te nemen.

De beslissing of een kabelmantel kan worden gerepareerd ligt bij de verantwoordelijke in het netwerk. Dit is afhankelijk van de schade en van de eigenschappen, waaraan de kabelmantel voldoet. Een kabel mag over het algemeen slechts dan met een manchet worden gerepareerd, wanneer de beschadiging uitsluitend betrekking heeft op de buitenmantel van de kabel. Als er een extra beschadiging van de aderisolatie wordt geconstateerd, is een reparatie met een manchet niet toegestaan. De kabel moet dan als volledig systeem worden gerepareerd, ofwel met extra isoleer- en afdichtcomponenten boven de beschadigde adres(s) of eventueel door het installeren van een verbindingsmof boven het beschadigde kabelstuk.

Mocht de keuze voor een reparatie door middel van een krimpmanchet luiden, dan dient de manchet aan de hand van de in de catalogus vermelde waarden te worden geselecteerd. Bij de keuze van de juiste manchet is niet de bedrijfsspanning van de kabel doorslaggevend. De functie van manchetten zijn hieronder beschreven - herstel van de kabelbuitenmantel in zijn drie functies isolatie, bescherming tegen vocht en mechanische bescherming.

U moet erop letten dat de kabeldiameter en de minimale diameter boven de isolatie in het aangegeven gedeelte van het garnituur liggen. Het tegenovergestelde is niet mogelijk. Meestal zijn in de aanwezige en bijgevoegde documentatie de systeemspanningen vermeld die moeten worden gebruikt.

In Cellpack slangen SR(H), SRAT, SRBB komt geen chloor (ook geen andere halogeenhoudende materialen), zwavel en geen zware metalen voor, of stoffen die schadelijk voor de gezondheid zijn. Een dienovereenkomstige RohS en Reach conformiteit bevestiging is beschikbaar voor de betreffende component.

Belangrijk zijn de eisen van de klant/gebruiker aan het eindproduct en de eisen aan de functionaliteit ervan in zijn gebruiksomgeving.

Halogeenvrije krimpcomponenten kunnen in principe ook op halogeenhoudende kabels (PVC) worden toegepast en halogeenhoudende krimpcomponenten (bijv. vlamvertragende slangen) kunnen in principe ook op halogeenvrije kabels (PE, VPE) worden toegepast.

Warmkrimpcomponenten zijn componenten die bij de toevoer van warmte op hun oorspronkelijke productietoestand terugkrimpen, zoals bijv.: verdeelkappen, eindkappen, slangen of manchetten. Een heteluchtventilator kan worden gebruikt om te krimpen. Er wordt echter minder warmte aangevoerd in vergelijking met een gasbrander. Daardoor duurt het krimpen langer. De instellingen en het mondstuk dienen afhankelijk van de gebruikte heteluchtföhn te worden gekozen. Er dient op te worden gelet dat er geen verbrandingen op de oppervlakte van de krimpkous ontstaan.

Als er sprake is van een kous met smeltlijm (SRH...), dan ontwijkt de lijm langzaam aan beide kanten. Belangrijke indicaties voor een correcte krimp zijn gelijkmatige wanddikten en een rechte belettering.

Op grond van wijzigingen in de normen zijn er momenteel geen garnituren voor EX-zones beschikbaar.

Volgens UL zijn de slangen van de typen SR1F en SR1F3 toegestaan. Beide slangtypen zijn vermeld in de UL-map onder documentnummer E172094.

Onze krimpproducten hebben zich al tientallen jaren bewezen. De elektrische en mechanische eigenschappen na het afkoelen zorgen voor een duurzame en betrouwbare kabelverbinding. Een krimpproduct kan op voorraad worden besteld, omdat deze onbeperkt kunnen worden opgeslagen.

De krimpmoffen voor laagspanning moeten voldoen aan de eisen van de norm DIN EN 50393. In deze norm zijn de precieze testprocedures en testeisen voor de garnituren met een nominale spanning van 0,6/1,0 (1,2) kV beschreven. De standaardeigenschappen en -eisen voor de krimpbuizen staan in de norm IEC 60684 (Deel 1: Definities en algemene eisen, Deel 2: Beproevingsmethoden, Deel 3: Producttype-eisen).
De indeling van de beschermingsgraden maakt onderdeel uit van DIN EN 60529 (VDE 0470). Conform deze norm is de mate van bescherming door een behuizing tegen de toegang tot gevaarlijke onderdelen, tegen het binnendringen van vaste vreemde voorwerpen en/of tegen het binnendringen van water bewezen door gestandaardiseerde testprocedures. In beide gevallen (krimpmoffen/-buizen voor laagspanning) is er geen extra behuizing aanwezig, waardoor de beschermingsgraad niet kan worden getest.

In de montagehandleiding van de telecommoffen VASMI en SMHF wordt deze stap als volgt weergegeven:

A) Voorbereiding van de kabel
Zorg voor een overlapping van de kabel overeenkomstig de tekening: De kabels worden net als bij de verbindingsmoffen overeenkomstig het kabeltype voorbereid.

B) Schermverbinding Breng een schermverbinding zoals bij een verbindingsmof tot stand.

Monteer de splitsklem van de schermverbinding en de leiding (uit MFSA halen) conform de bijgevoegde montagehandleiding.

De toebehorenset MSFA is alleen nodig bij aftakmoffen.

Positioneer eerst de verdeelkap op de kabellas. Stel de gasbrander eerst op een zachte gele vlam in. Begin nu met het radiaal verwarmen van het inzetstuk (1). Ga verder met deze beweging terwijl u het broekstuk (2+3) richting kabelmantel krimpt. Ga nu terug naar het broekstuk en krimp de uitgangen (4) richting de ader daarbij regelmatig, ook de binnenkant van de las moet worden verwarmd. Na korte tijd loopt er aan het uiteinde van het broekstuk en de verdeeluitgangen langzaam lijm uit. Belangrijke indicaties voor een correcte krimping zijn gelijkmatige wandsterktes en een recht opschrift.

Positioneer eerst de krimpbuis. Stel de gasbrander eerst op een zachte gele vlam in. Begin nu vanuit het midden radiaal met verwarmen. Ga verder met deze beweging terwijl u eerst één kant volledig krimpt. Ga nu terug naar het midden en herhaal het proces aan de andere kant.
Als het om een buis met heetsmeltlijm (SRH...) gaat, dan loopt er aan beide uiteinden langzaam lijm uit. Belangrijke indicaties voor een correcte krimping zijn gelijkmatige wandsterktes en een recht opschrift. Hierna ziet u een afbeelding uit een montagehandleiding van een verbindingsmof:

De huisingang SHE is niet geschikt voor het doorvoeren in vloerplaten.